Zou het zo voelen? Die laatste fase wanneer je lichaam het op geeft, het niets meer kan, als je lichaam aan het sterven is. Is dit het gevoel van het leven dat uit je lijf sijpelt? Als een ballon met een klein gaatje er in. Voelt het zo wanneer je langzaam maar zeker verschrompelt tot een hoopje niets?
Overleven
De dagen na iedere nieuwe kuur zijn zwarter en zwaarder dan ooit. De snelheid waarmee mijn lijf zich na iedere ronde het ravijn instort is iedere keer hoger. De doodsmak iedere keer harder en het herstel iedere keer langer en zwaarder. Na nog geen zes weken is de rek volledig uit mijn lijf én uit mijn hoofd. En het idee dat ik nog 14 weken en 13 kuren te gaan heb maken de situatie uitzichtloos. Dat doodgaan klinkt soms helemaal zo slecht nog niet.
Steeds vaker heb ik spijt dat ik ooit naar dat ziekenhuis ben gegaan. Dat ik niet genoegen heb genomen met de diagnose van de huisarts. Steeds vaker wou ik dat ik de kanker pas ontdekt werd op het moment dat er niets meer aan te doen was. Dan was de uitkomst misschien slechter (want; niet meer te genezen) en kwam de dood misschien eerder, maar dan had ik misschien nog een jaar of vijf gewoon kunnen leven, werken, reizen. Energiek, zorgeloos en me van geen kwaad in mijn lichaam bewust.
Waar ik vaak nog wel kan relativeren en in kan zien dat er altijd een lichtpuntje is, lukt me dat nu niet meer. De chemo heeft mijn lichaam zo in zijn greep dat ik me simpelweg niet meer voor kan stellen hoe ik dit kan overleven. Of de kanker of de behandeling ervan mijn doodvonnis wordt weet ik nog niet, maar ik zie niet meer in hoe ik ooit weer tot leven kan komen. Ik kan me niet voorstellen dat de pijn uit mijn lijf ooit weer zal verdwijnen of dat ik ooit nog energiek en blij wakker kan worden. Dat ik kan rennen, vliegen en leven. Dat ik de wereld over kan reizen, een berg kan beklimmen en kan dansen tot de zon op komt.
Als ik aan een toekomst denk zie ik een vrouw van 35 met de fysieke conditie van eentje van 85. Een vrouw die voor de rest van haar leven aan de zijlijn zal staan, niet in staat het tempo bij te houden van de mensen om haar heen en zittend in een hoekje het leven aan haar voorbij ziet trekken. Is zo’n leven al dit lijden waard?
‘Nee!’ klinkt het regelmatig in mijn donkere brein. Mijn lichaam is zo moe, voelt zo zwaar, is zo zwak dat mijn wil om te overleven met vlagen helemaal verdwenen is.
Op de dag na mijn derde chemokuur luister ik mijn voicemail af. Het keuzemenu wordt gevolgd door de stem van de internist. ‘Ik heb goed nieuws,’ klink het vriendelijk door de luidspreker. Hij belt met de uitslag van de MRI-scan die ik twee dagen eerder heb laten maken. Mijn moeder zit tegenover me en kijkt me vol spanning aan. ‘De MRI laat zien dat de tumor bijna gehalveerd is. De kleine tumoren in de rest van je borst zijn niet meer te zien,’ vertelt hij verder. ‘Het gaat dus helemaal volgens plan, je doet het niet voor niets’ zegt hij voordat hij het bericht beëindigd.
Bij mijn moeder zie ik de opluchting in haar ogen. ‘Je doet het niet voor niets,’ herhaald ze de woorden van de arts bemoedigend. Ik hoor wat ze zegt en rationeel snap de positieve lading van de boodschap die ik zojuist gekregen heb, maar de inhoud klinkt leger dan ooit. Ik voel er helemaal niets bij. Misschien ben ik al dood van binnen. Of misschien ben ik te druk met overleven.