Timing

Laten we eerlijk zijn, een kankerdiagnose komt natuurlijk nooit uit. Ongeacht je leeftijd of je situatie is het een traject dat je ten alle tijden liever overslaat. Maar als je de diagnose dan toch moet krijgen, dan was de timing van die van mij perfect. 

Vanaf de diagnose op 1 oktober waren mijn dagen vaak net zo roerig en onstuimig als het weer. Tijdens de chemo stormde het in mijn lijf en hoofd net zo hard als buiten. Maar na regen komt altijd zonneschijn. En dus keek ik tijdens de meest bizarre winter van mijn leven ontzettend uit naar de eerste lentedagen. Ik visualiseerde hoe ik samen met de krokusjes weer helemaal tot bloei zou komen. Ik keek uit naar de eerste stappen terug de normale wereld in; de steeds langer wordende lentewandelingen, samen met mijn vriendinnen de stad in en uren bijkletsen op een zonnig terras.

En ja hoor, sinds mijn laatste chemo schijnt de zon haast onafgebroken. Speciaal voor mij, zo voelt het soms. Maar van bovenstaand plaatje komt helaas weinig terecht, want in plaats van dat ik weer voorzichtig de wijde wereld in kan trekken is mijn wereld kleiner dan ooit. Ik zit al dertien dagen in volledige in quarantaine.

Sinds dertien dagen ben ik helemaal alleen. Heel af en toe komt mijn liefde de tuin in gewandeld om een tas met boodschappen af te leveren. Vanachter het glas kletsen we kort en vervolgens zwaai ik hem weer uit. Hij gaat weer terug de wereld in, ik blijf in mijn uppie achter in mijn veilige cocon. En hoewel ik mij deze pauze tussen mijn chemokuren en operatie heel anders had voorgesteld, is het alleen zijn niet het ergste van deze coronaquarantaine.

De artsen die ik deze dagen via de telefoon spreek zijn heel duidelijk. ‘Wees voorzichtig, je behoort nu absoluut tot de risicogroep voor het coronavirus,’ zegt de internist een paar dagen na mijn laatste chemo. ’Omdat jouw situatie levensbedreigend is (thanks for the reminder) staat de operatie nog steeds heel hoog op de prioriteitenlijst maar alles hangt af van de capaciteit in het ziekenhuis,’ legt de chirurg mij een paar dagen later uit. Met die woorden is het hele traject in een klap weer onduidelijk. 

Door die onduidelijkheid krijgen alle doemscenario’s in mijn hoofd voor de zoveelste keer vrij spel en zorgen voor een nieuwe angst: eentje waarin de operatie zo lang wordt uitgesteld dat de kanker in mijn borst weer tot leven komt en alsnog de weg naar mijn lymfeklieren vindt. Mijn gedachtes belanden steeds vaker bij het fictieve moment dat de artsen mijn borst pas over een paar maanden opensnijden en zien dat ze te laat zijn. De mededeling dat ze niets meer voor me kunnen doen en dat alles voor niets is geweest, speelt steeds vaker als achtergrondmuziek door mijn hoofd. Als een deuntje wat maar blijft hangen. 

Laten we eerlijk zijn: patiënt zijn in coronatijd is gewoon een gevalletje van slechte timing. De extra onzekerheid en onrust die het met zich mee neemt is een zware last in een toch al zwaar traject. Maar ik besef me dat de timing voor zoveel mensen nog veel slechter is. Ik besef me dat er mensen nu misschien te laat naar de dokter gaan en dat daarmee hun prognose een stuk slechter wordt. En ik besef me vooral hoe vreselijk de timing voor de patiënten is die niet meer kunnen genezen. Zij hebben misschien nog maar een aantal maanden of jaren om herinneringen voor het leven te maken, maar ook zij zitten thuis. Zij kunnen niet meer die mooie reis maken of andere dromen najagen en erger nog: zij kunnen ook niet bij hun familie en vrienden zijn. Ik word zo vreselijk verdrietig als ik denk aan de mensen bij wie hun laatste levensfase is aangebroken. Hen rest niets meer dan afscheid nemen van je geliefden en zij van jou. Het idee dat dat momenteel zoveel mensen ontzegd wordt vind ik hartverscheurend. En dan prijs ik mij gelukkig dat ik veilig in mijn coconnetje zit en alleen maar rustig hoef af te wachten. En terwijl ik in de tuin een boekje lees met de zon op mijn gezicht besef ik me weer dat mijn timing haast niet beter had gekund.