Zodra ik mijn ogen sluit zie ik het voor me. Bij ieder liedje dat ik hoor en bij iedere mooie tekst die ik lees ben ik er. Mijn brein draait overuren. Zoals het zo vaak deed als het een script moest schrijven, razendsnel een verhaallijn moest bedenken, een origineel cadeau moest verzinnen of een feestje moest organiseren.
Welkom op je eigen begrafenis
Ik heb de perfecte locatie gevonden, de aankleding bedacht en de juiste opstelling van de stoelen gemaakt. De tekst voor de uitnodiging is af en de playlist gemaakt. Zowel voor de ceremonie, als voor de borrel. Want dat laatste moet er ook zeker komen, het moet geen deprimerende bedoeling worden. Via google vond ik het uitvaartcentrum in de buurt waar ik gecremeerd kan worden en ook het huis waar mijn liefde samen met mijn familie en beste vrienden nadien een week lang samen kunnen verblijven. Aan alle details is gedacht, dat kun je wel aan mijn hoofd over laten.
Het heeft ook jaren niet gewerkt, dat hoofd van mij. Door al die overuren die het gedraaid heeft was het doodmoe. Zo moe, dat het niet eens meer na kon denken over welke boodschappen ik moest doen en geen idee meer had in welke versnelling ik de auto moest zetten om weg te rijden. Alle automatische denkprocessen werden stopgezet en dat was vreselijk beangstigend.
Na heel veel rust en vooral goede therapie kwam mijn hoofd weer tot leven. Het kreeg weer zin om te creëren en te bedenken. Na een zware burn-out van 15 maanden lukte het zelfs weer om een beetje te gaan werken. Maar een paar maanden later werd mijn brein opnieuw compleet stil gelegd door de zware chemokuren.
Sinds een paar weken zijn die chemokuren lichter geworden en zijn de bijwerkingen milder. De misselijkheid, botpijn en hartkloppingen zijn verdwenen. Het licht en geluid zijn beter te verdragen. Dat zorgt ervoor dat de zware zwarte deken die wekenlang over me heen lag, in alle opzichten lichter aanvoelt. En hoewel mijn lijf nog zwak en vermoeid is, komt mijn hoofd steeds meer tot leven. Eindelijk zie ik weer een beetje leven om mij heen en weet ik weer waar ik ben. Maar sindsdien besef ik me ook in wat voor onzekere situatie ik me bevind. Het lijkt of mijn hoofd nu pas de ruimte krijgt om alle scenario’s langs te lopen. En die hebben niet allemaal een happy end.
Ik zie hoe ik word binnen gedragen, hoe de mensen om mij heen zitten, hoe er herinneringen worden opgehaald. Hoe er gelachen, maar ook hoe er gehuild wordt. De beelden zorgen voor een vreselijk gevoel. Want hoe mooi het ook wordt, die begrafenis van mij, de gedachte eraan houden mijn hele gemoedstoestand in zijn greep. Het zorgt er voor dat ik iedere ochtend huilend in mijn bed lig en geen moed kan verzamelen om eruit te komen. Het zorgt ervoor dat ik, eenmaal beneden, alleen nog maar televisie kijk om de gedachtestroom in mijn hoofd te stoppen. Het zorgt ervoor dat ik aan het einde van de dag helemaal uitgeput en intens verdrietig ben. Ik voel aan alles dat ik mijn hoofd echt iets anders moet geven om over na te denken, want anders word ik helemaal gek.
Ik open mijn laptop en begin met tikken. Ik schrijf alles op wat ik bedacht heb, maak een overzicht met de locaties, van de muziek en van de teksten. Als ik de gedachtes op papier zet hoef ik ze niet langer in mijn hoofd te bewaren. Het geeft meteen zoveel ruimte. Ruimte voor andere dingen, ruimte voor nieuwe dingen, ruimte voor leven. Die begrafenis kan nog wel even wachten, laten we eerst eens kijken of we nog iets leuks kunnen bedenken voor het leven.